Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Goot van dakpan

Een langgerekte holte waardoor water weg kan lopen, zo kun je een goot omschrijven. Een dakpan heeft uit zo'n laag deel tussen de hoger gelegen wel aan de ene kant en de ook wat omhoog komende zijsluiting aan de andere kant. Dat is dus de goot van de dakpan.
De oude vertrouwde oud-Hollandse pan heeft een fraaie S-vormige doorsnede, de goot is dus hol en de wel bol.
Toen stempelpers allerlei soorten machinale pannen mogelijk maakte, onderging de doorsnede grote veranderingen. De dakpan werd verbeterd door de uitvinding van de zijsluiting en de daarin vallende wel moest aangepast worden. Soms werd deze plat uitgevoerd. Vaker nog kreeg de pan een vlakke goot, zoals bij de nog veel voorkomende tuiles du nord.
Is iedere pan met een holle goot een holle pan? Nee, op de bouw is niet alles wat het lijkt. Ooit is besloten dat niet de goot het verschil bepaalt tussen vlak en hol, maar de kopsluiting. Een pan met een holle goot en een vlakke kopsluiting heet dus een vlakke pan. Niet handig, want bij een pan 'in functie' wordt die sluiting afgedekt door de voet van de bovenliggende pan.
Voor het regenwater maakt deze verwarring niet uit: dat vindt de goot toch wel. Stromend van pangoot naar pangoot vloeit het dan in de dakgoot.

Tekst: Jean Penders (02-2009). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders